Van model naar maquette
- Koen Verhees
- 14 apr
- 2 minuten om te lezen
Van model naar maquette – hoe wij een ontwerp tastbaar maken
Over schaal, materiaal en de kracht van fysieke verbeelding
Een goed ontwerp begint niet bij een muur. Het begint bij een idee. Een ruimte. Een gevoel dat je probeert te vangen — in lijnen, volumes, ritmes.
Maar hoe vertaal je een gedachte naar iets wat je kunt delen? Hoe maak je een ontwerp voelbaar, nog voordat het gebouwd is?
Voor mij is dat moment vaak: de maquette. Niet als eindproduct, maar als tussenstap. Als instrument om keuzes tastbaar te maken, ritme te onderzoeken, materiaal te testen en ruimte te ervaren. Maquettes helpen me om te denken met mijn handen.
Waarom ik met modellen werk
In een tijd waarin alles digitaal en glad gepresenteerd wordt, kies ik bewust voor het maken van fysieke modellen. Niet omdat ze ‘mooier’ zijn, maar omdat ze je dwingen om concreet te worden. Om ruimtelijk te denken. En om de kern van een ontwerp terug te brengen tot zijn essentie.

In het beginstadium werk ik vaak met grove volumes. Massa’s, schuifbewegingen, oriëntatie. Wat doet de zon? Waar ligt de luwte? Hoe gedraagt het gebouw zich in het landschap? Later worden modellen preciezer: materialen, overgangen, lichtinval, gevelopbouw.
Soms zijn ze wit. Soms zijn ze donker. Soms juist gelaagd. Wat telt, is dat ze spreken — tegen mij, maar ook tegen de opdrachtgever.

Schaal, materiaal en rust
Maquettes dwingen tot keuzes. De schaal is nooit neutraal: op 1:200 kijk je anders dan op 1:50.Het materiaal is ook nooit willekeurig: schuim geeft snelheid, hout geeft gewicht, transparant folie geeft licht. Elk materiaal draagt bij aan hoe een ontwerp gelezen wordt.
Daarom besteed ik aandacht aan afwerking. Niet om te imponeren, maar om helderheid te creëren. Een strakke maquette is geen luxe – het is een communicatiemiddel.
Rustige modellen maken ruimte voor het gesprek. Ze helpen opdrachtgevers om te zien wat ik zie, en om vragen te stellen waar ik zelf nog niet op was gekomen.
Van digitaal naar tastbaar – en terug
Ik gebruik 3D-renderings, zeker. Maar altijd als middel, nooit als eindbeeld. In mijn workflow is de afwisseling tussen digitaal en fysiek essentieel. Een rendering kan een sfeer schetsen. Maar een maquette laat je schuiven, draaien, verdiepen.
In de studio staat daarom altijd een model. Of het nu voor schaalonderzoek is of om een materiaalovergang te testen — het helpt mij denken. En het helpt opdrachtgevers voelen.
Een maquette is geen eindpresentatie.
Het is een gesprekspartner.
Comments